1. Elke lidstaat publiceert en verstrekt de Commissie uiterlijk op 30 september 2011 de lijst met installaties op zijn grondgebied die onder deze richtlijn vallen en alle kosteloze toewijzingen aan elke installatie op zijn grondgebied, berekend overeenkomstig de in artikel 10bis, lid 1, en artikel 10quater bedoelde regels.
Een lijst van onder deze richtlijn vallende installaties voor de periode van vijf jaar die op 1 januari 2021 ingaat, wordt uiterlijk op 30 september 2019 ingediend en nadien om de vijf jaar een lijst voor elke volgende periode van vijf jaar. Elke lijst bevat informatie over de productieactiviteit, de overdracht van warmte en gassen, de elektriciteitsproductie en de emissies op het niveau van de subinstallatie betreffende de vijf kalenderjaren voorafgaand aan de indiening ervan. Kosteloze toewijzingen worden enkel verstrekt aan installaties waarvoor die gegevens zijn ingediend.
2. Uiterlijk op 30 juni van elk jaar verlenen de bevoegde autoriteiten de hoeveelheid emissierechten die voor dat jaar dienen te worden verdeeld, berekend overeenkomstig de artikelen 10, 10 bis en 10 quater.
3. De lidstaten mogen geen kosteloze toewijzingen overeenkomstig lid 2 verlenen aan installaties waarvan opneming in de in lid 1 bedoelde lijst door de Commissie is geweigerd.
HOOFDSTUK IV
BEPALINGEN VOOR LUCHTVAART, MARITIEM VERVOER EN VASTE INSTALLATIES